dinsdag 23 oktober 2012

Je zaakjes zelf regelen met Vistaprint en Wordpress?

vistaprint
Het lijkt zo handig. Je begint met ondernemen en hebt ‘even snel’ een visitekaartje nodig. Op zoek naar een oplossing brengt Google je al snel op het spoor van Vistaprint. Met een paar klikken heb je een standaard kaartje gevonden dat je wel aardig vindt, je vult je eigen gegevens in en bestelt er duizend voor minder dan twintig euro. Klaar is Kees.

Als je ze in huis hebt valt de kwaliteit van het drukwerk toch wat tegen. En klopt dat design nou wel echt voor je? Je zet je over je twijfel heen en als starter strooi je die kaartjes vrolijk in het rond om een beetje tempo te maken met het opbouwen van je netwerk. Er moet tenslotte brood op de plank!

Wordpress

Ondertussen ben je ook lekker in de weer met Wordpress om je eigen website te bouwen. Je weet wel zo’n beetje wat je online wilt vertellen en zo moeilijk is het ook hier niet om een standaard ontwerp te kiezen. Met een paar muisklikken staat er opeens een website online. Dat heb je toch maar mooi even geflikt.

Alleen lijkt die website niet echt op dat visitekaartje. En vice versa. Ze lijken wel van twee verschillende bedrijven. Vol goede moed ga je aan de slag met het aanpassen van de kleuren in Wordpress. Je wilt het lettertype even veranderen. Maar dat blijkt niet te kunnen. Je wilt het logootje dat zo aardig op dat Vistaptrint-kaartje staat er even in zetten. Maar dan bijkt dat je het ontwerp ervan niet mag gebruiken voor andere dingen dan dat Vistaprint-kaartje. Het ontwerp kopen kan ook niet.

Je laat het maar even rusten. De eerste opdrachten zijn via-via binnen gekomen en je hebt het drukker dan je dacht. Je volgende stap is het schrijven van een tekst voor je homepage. Dat doe je lekker even zelf, want je weet tenslotte zelf het beste wat je doet en hoe je dat moet vertellen aan je potentiële klanten. Je staart een uurtje naar een wit Word-vel met knipperende cursor. ‘Welkom op mijn website’ heb je al twintig keer getypt en weer ge-delete.

Niet goed

Gelukkig gaat de telefoon en mag je je even met wat anders bezig houden. Je mailbox wacht op actie en je moet nog twee afspraken voorbereiden. Die tekst die komt wel. Een keer. Denk je. Knagend blijven al deze dingen op je bureau rondslingeren. Tussendoor besteed je er af en toe een uurtje aan. Maar het wordt nooit precies zoals je voor ogen hebt. Het ziet er niet professioneel genoeg uit, het leest niet lekker en het voelt gewoon niet goed.

Je schrikt als je kijkt naar de uren die je er ondertussen aan hebt besteed. Dat loopt aardig uit de hand. Die tijd had je ook kunnen gebruiken om te netwerken, voor een extra opdracht of gewoon eens een welverdiende slome middag in een museum of op het sportveld. En feitelijk heb je nog niks. Een visitekaartje dat wel zo’n beetje door de beugel kan, een website waar je niemand naar toe durft te sturen en twee alinea’s tekst waar je niet blij van wordt.

Een aangedikt horrorverhaal? Helaas niet. Ik kom regelmatig kersverse ondernemers tegen die in deze valkuil zijn gestapt. Die met handen in het haar op de stoep staan. En dat is niet zo gek. Over het algemeen heb je als starter een klein budget en veelal het idee dat je alles zelf moet kunnen. Vistaprint en consorten zijn er een kei in om de dingen als ‘appeltje-eitje’ voor te spiegelen en de kosten zijn razend laag. Die keuze is dus al snel gemaakt.

Doe het slim

En dan zou nu het betweterige advies van de ontwerper en tekstschrijver kunnen komen: doe het niet zelf, laat mij het doen! Dat mag natuurlijk, maar het is niet het punt dat ik wil maken. Ik ben namelijk een groot fan van Wordpress en ik laat ook wel eens wat drukken bij Vistaprint. Het enige dat ik je op het hart wil drukken is dit: maak een plannetje voor je begint. Voor je het weet, zit je vast aan dingen die niet helemaal bij je passen en waar je op langere termijn niet mee uit de voeten kunt.

Bedenk wat je nodig hebt, wat belangrijk voor je is, hoe dat eruit ziet en aan welke (voor)waarden dat minimaal moet voldoen. Kijk naar je eigen sterke en zwakke punten en vraag anderen met je mee te denken. Wat wil je zelf doen en wat niet? Natuurlijk moet je snel aan de slag en heb je in het begin vaak nog geen spaarpot om lukraak mensen in te huren. Maar wees eerlijk over wat je wel en niet kunt en schakel hulp in waar je die nodig hebt. Jezelf professioneel presenteren is wat het verschil kan maken in het succes van je onderneming. Zorg dat je dat goed doet. Of goed laat doen.

dinsdag 14 augustus 2012

Roken mag best dodelijk zijn

img-1039790
In de Volkskrant lees ik vandaag het bericht dat waarschuwingen op pakjes sigaretten niet werken. Maastrichts onderzoek wijst uit dat teksten als ‘Roken is dodelijk’ en het laten zien van foto’s van zwarte rokerslongen niet helpen. Sterker nog, als ze al iets doen, dan is het mensen meer laten roken. Volgens de Maastrichtse gezondheidspsycholoog Gjalt-Jorn Peters kun je twee dingen doen in reactie op angstaanjagende opmerkingen: stoppen (met roken) of defensief reageren (‘mijn opa rookte ook en die is 87 geworden’).

Het klopt dat mensen de neiging hebben om informatie anders te interpreteren als ze het gevoel hebben dat ze hun gedrag niet kunnen veranderen. Dat mensen meer gaan roken van die waarschuwingen is aannemelijk. Door ontkenning, maar ook door de stress die de angst veroorzaakt. Want wat pakt een roker om stress te reduceren? Juist, de volgende sigaret.

Volgens de onderzoekers zouden de gruwelplaatjes en horrorteksten vervangen moeten worden door tips om te stoppen met roken. Peters stelt dat daar wel het gedrag mee is te beïnvloeden. Maar krijgen rokers al niet genoeg goedbedoelde tips en adviezen? En werkt het dan niet zo als bij die borden langs de snelweg die aanfloepen als je er te hard langs rijdt: ‘U rijdt te hard.’ Voor de notoire hardrijders onder ons altijd een mooie uitdaging om ze aan te laten gaan.

Er is een doeltreffender manier om mensen en duwtje in de goede richting te geven. Grappig genoeg door beide dingen te doen, maar dan wel op hetzelfde moment. Gezondheidsonderzoeker Howard Leventhal deed in de jaren zestig al onderzoek naar de reactie van studenten op de gevaren van een tetanus-besmetting (Effects of fear and specificity of recommendation upon attitudes and behavior. Leventhal, Howard’ - 1965).

Alle deelnemers kregen een flyer met daarop de risico’s van besmetting, al dan niet aangevuld met angstaanjagende details over de gevolgen ervan. Aanvullend kregen ze al dan niet een specifiek plan hoe ze een tetanus-vaccinatie konden regelen. Een controlegroep kreeg geen flyer over tetanus-besmetting, maar wel het actieplan om de vaccinatie te regelen.

De studenten die de angstaanjagende boodschap kregen, kwamen alleen in actie als ze tegelijk ook het plan aangereikt kregen hoe en waar ze de prik konden halen. De studenten met het actieplan wisten precies welke stappen ze moesten nemen om van de dreiging van tetanus af te komen. In het plan stond een kaartje waar de kliniek was, wat de openingstijden waren en bij wie ze zich moesten melden. Met deze aanpak vertienvoudigde het aantal vaccinaties (van 3,3% naar 33%). Deelnemers die de ‘angstflyer’ zonder actieplan kregen kwamen niet in actie, net als de studenten die alleen het actieplan ontvingen.

Leventhal’s conclusie was dat bangmakerij alleen werkt als de weg naar de oplossing ook meteen wordt gepresenteerd. In specifieke, heldere en concrete stappen. Alleen angst aanjagen leidt eerder tot ontkenning of verlamming. Alleen goed advies over wat je moet doen om een dreiging af te wenden (zonder informatie over de gevolgen van de dreiging) werkt ook niet.

Een roker angst aanjagen kan dus best effectief zijn als prikkel om gedrag te veranderen. Voorwaarde is dat er meteen een concreet plan wordt aangereikt om van het roken af te komen. Gruwelijke teksten en lugubere plaatjes dus, maar dan met een helder verhaal over hoe te stoppen met roken. Met makkelijke toegang tot de hulp die daarbij hoort. Want dan werkt het wel. Wedden?

dinsdag 26 juni 2012

Geen dag is hier hetzelfde

In samenwerking met 31Volts heb ik met ongelofelijk veel plezier de teksten geschreven voor het boek ‘geen dag is hier hetzelfde’. Het zijn 92 persoonlijke verhalen van medewerkers van Passenger Services over bijzondere passagiers, opvallende gebeurtenissen en onuitwisbare herinneringen.

Bekijk hier 'The making of':

maandag 14 mei 2012

Gelezen: YES! 50 Proven ways to be Persuasive

‘Do no harm.’ Dat is wat de schrijvers van Yes! je in de epiloog meegeven. En dat is maar goed ook, want ze hebben in de 200 pagina’s daarvoor 50 praktische manieren uit de doeken gedaan om nogal overtuigend te zijn. In je werk, maar ook in persoonlijke situaties.

Prettig aan het boek is de mix van wetenschap, concrete voorbeelden en een lekkere vleug humor. Het draait om inzicht in de drijfveren voor menselijk gedrag. En hoe je daar op in kunt spelen. Zo blijken we toch echt wel kuddedieren te zijn. Kijk maar naar de case over een homeshopping-channel. Het gaat het om een ‘NordicTrac-exercise-machine’. Met een op het oog onopvallende tekstuele ingreep vloog de verkoop omhoog.

De call-to-action tekst in de infomercial werd aangepast van ‘Operators are waiting, please call now’ naar ‘If operators are busy, please call again.’ Superslim. Want we komen makkelijker in actie als anderen dat ook doen. Het beeld van telefonisten die druk zijn met binnenkomende telefoontjes maakt dat we zelf ook gaan bellen. Het gevoel dat wachtende, nagels vijlende telefonisten oproepen is kennelijk een stuk minder urgent. Mooi. Het gaat om ‘framing’.

Kiezen is moeilijk
Een ander voorbeeld is het probleem van te veel mogelijkheden. Zoals bij een pensioenregeling via je werkgever. Uit onderzoek blijkt dat minder mensen meedoen aan een regeling als het aantal keuzemogelijkheden stijgt. Voor iedere tien extra fondsen, daalt de deelname met twee procent. Zijn er maar twee pakketten om uit te kiezen, dan doet 75% mee. Bij 59 fondsen is dat nog maar 60%.

Wat dan weer niet wil zeggen dat meer keuze per definitie slecht is. Zo beschrijven de auteurs een ijswinkel in Vancouver, La Casa Gelato. Je kunt er ijs krijgen in meer dan 200 varianten, waaronder ook nogal exotische zoals wilde asperges, balsamico, jalapeno, knoflook en kerrie. De eigenaar is trots op zijn assortiment en heeft er een uniek en herkenbaar kenmerk van zijn winkel van gemaakt. Het heeft hem nogal wat publiciteit opgeleverd. En voor klanten is een bezoek aan de winkel een ontdekkingsreis, waarbij ze van alle smaken mogen proeven. Dan werkt het dus wel. Maar ja, we hebben natuurlijk niet allemaal een ijswinkel...

Ja zeggen is ja doen
Als laatste nog een tip voor de Haagse partijen om zo veel mogelijk mensen naar de stembus te krijgen in september. Mensen die van tevoren gevraagd worden te voorspellen of ze zullen gaan stemmen, zijn goed voor een 25% hogere opkomst (althans in het Amerikaanse onderzoek). Twee factoren spelen een rol. Als je mensen vraagt te voorspellen of ze in de toekomst sociaal wenselijk gedrag zullen vertonen, dan zijn ze geneigd om daar positief op te reageren. In het onderzoek zei maar liefst 100% van plan te zijn te gaan stemmen. En dan treedt er een prettig tweede mechanisme in werking. Mensen die publiekelijk hebben toegezegd sociaal wenselijk gedrag te zullen vertonen, zijn nogal gemotiveerd om zich daar aan te houden.

Nadat iemand heeft toegezegd te zullen stemmen is het daarom slim om melden dat die persoon als een ‘ja’ wordt genoteerd. En nog beter werkt het om eraan toe te voegen dat die ‘ja’ ook aan de rest van het campagneteam zal worden doorgegeven.

Zo werkte het ook voor een restaurant dat een zin in een vraag veranderde bij het maken van reserveringen. Voorheen werd afgesloten met ‘Please call if you have to cancel’. Een zin die geen antwoord afdwingt. Na introductie van de vraag ‘Will you please call if you have to cancel?’ gaf vrijwel iedere klant een positieve reactie. En ja zeggen blijkt ja doen. Het percentage no-shows zakte van 30 naar 10%.

Kortom, het doet er nogal toe welke vraag je stelt, welke woorden je kiest en hoe makkelijk je het je klanten (of collega’s) maakt om een keuze in jouw voordeel te maken. De concrete voorbeelden in het boek geven prettige aanknopingspunten voor de praktijk. Een aanrader als je wat overtuigender wilt zijn. En dat willen we toch allemaal?


zaterdag 3 juli 2010

woensdag 23 juni 2010

KVK en Google Maps - een lekker stel

KvK-gegevens van ondernemers staan online bij Google Maps
Door een paar alerte opdrachtgevers die hun bedrijf graag
goed op Google Maps willen presenteren kwam ik het op het spoor. Ze stonden er namelijk al op en wisten alledrie zeker dat ze dat niet zelf hadden gedaan. Een korte speurtocht leidde me naar de KvK. Onze Kamer van Koophandel verstrekt gegevens aan Google die ze vervolgens netjes op Google Maps zet. Vaak met het (mobiele) telefoonnummer van de ondernemer, met het (huis-)adres en veelal ook nog een mooie ‘streetview’-foto van de locatie (in veel gevallen het woonhuis van de ondernemer).

Sta jij ook zonder dat je het weet op Google Maps?
Tik je bedrijfsnaam in op
http://maps.google.nl/ en staat er een vermelding van je bedrijf die je er zelf niet ingezet? Dikke kans dat die gegevens door de KvK aan Google zijn verstrekt. Los van wat ik er van vind dat deze gegevens zonder je toestemming gepubliceerd worden, is het handig om te weten hoe je die vermelding zelf kunt bewerken of verwijderen. Want soms is het best prettig om even niet vindbaar te zijn, niet waar? Om dat voor elkaar te krijgen moet je gek genoeg eerst aantonen dat jij de bedrijfseigenaar bent door die vermelding te claimen.

Hoe claim je je eigen vermelding bij Google Maps?
Log in
op Google met je Google of Gmail-account. Heb je die niet? Dan moet je er stom genoeg nu toch een aanmaken.
Daarna ga je naar
http://www.google.com/local/add/businessCenter?hl=nl&gl=nl
Klik op "Nieuwe vermelding toevoegen" of ‘Nog een bedrijf toevoegen’ en voer je bedrijfsgegevens in (dezelfde die dus al in Google Maps staan).
Google zal je daarna vertellen dat die gegevens verdraaid veel lijken op een vermelding die er al is. Je krijgt de keuze om jouw nieuwe vermelding toe te voegen of om de bestaande vermelding te claimen. Dat laatste is wat je wilt. Google wil dan ook nog even echt zeker weten dat jij de bedrijfseigenaar bent. Verificatie daarvan gaat per telefoon of brief. Dat kost je niks, maar als het per post gebeurt kan het tot 14 dagen duren voor je een code krijgt waarmee je dan eindelijk je eigen gegevens kunt aanpassen of verwijderen.

Best wonderlijk, niet?


- Lees meer over hoe je je bedrijf goed op Google Maps kunt presenteren
in deze post.

maandag 3 mei 2010

SEO consultants - kaf en koren

Tjonge. In het land der blinden. Als dat ergens een waarheid als een koe is, dan is het wel in de wereld van de zoekmachinemarketing. Hogerop komen in de resultaten bij de zoekmachines. Dat willen we allemaal, maar het klinkt allemaal ingewikkeld en er zal ook wel een boel techniek bij komen kijken. Veel ondernemers komen er daarom niet toe om zich er wat in te verdiepen.

Boeven
En dan schakel je al snel een expert in. Of een adviseur. Ook mooi: een specialist. Die snappen vast hoe het werkt en zullen dat klusje wel even voor je klaren. Dat ze in vage termen praten en je ingewikkelde constructies voorhouden neem je voor lief. Je betaalt graag een duit voor die expertise als je daarmee die schimmige wereld van de ‘achterkant’ van het internet van je bureau kunt houden.
Allemaal leuk en aardig. Maar er loopt nogal wat boevenvolk rond onder dit soort experts. Het probleem: zelf heb je geen idee waar het over gaat en de adviseur houdt zijn wijsheid graag in pacht. Zonder de hele ‘branche’ er van langs te willen geven toch de waarschuwing: pas op voor charlatans.

300 euro per klik
Het meest extreme voorbeeld dat ik ken kwam ik een week of wat geleden op het spoor. Ik sprak een kleine ondernemer die graag beter zichtbaar wilde zijn bij de zoekmachines. Ze had er wel een bedrijf voor ingeschakeld, maar ze vroeg zich af of dat wel allemaal goed ging. Of ik eens mee wilde kijken. De bewuste adviseurs verschuilen zich achter een gelikte website en waren aanbevolen door de webbouwer. De opdracht aan de heren was een goede
Adwords-campagne en advies om de website zelf te optimaliseren. Ik ben er maar eens ingedoken. En er klopte geen jota van. Het advies voor de website was onleesbaar en zo generiek dat klant er geen concrete stap wijzer van werd. En de Adwords-campagne - die sloeg echt alles. Met een niet onaanzienlijk advertentiebudget van € 300,- per maand (nog los van de maandelijkse servicefee van ook nog eens € 300,-) was het resultaat van de afgelopen drie maanden bedroevend. Respectievelijk 3, 2 en 4 bezoeken. Ongelofelijk. Dat is minimaal € 150,- per klik! En in de slechtste maand zelfs € 300,-. De grootste grap: ik zocht met Google op 'advies zoekmachinemarketing SEO' en je raadt het al - deze jongens waren zelf niet te vinden. Ze zijn inmiddels dus vakkundig de laan uit gestuurd.

En in gewoon Nederlands heb ik de ondernemer en haar 14-jarige zoon in een middag uitgelegd waar het nu eigenlijk om gaat en hoe het werkt. Dat er geen gouden recept is, maar wel een aantal slimme tips&trucs die je positie kunnen verbeteren. En hoe ze de meeste van die dingen gewoon zelf kunnen doen en bijhouden. Want echt moeilijk is het niet. Het kost alleen wat tijd om je erin te verdiepen. En je moet er een paar keer per jaar weer eens naar kijken. Maar dan heb je alles zelf in de hand. Of dan weet je in ieder geval de boeven te herkennen in dit land der blinden.

Meer over het optimaliseren van je website.
En nog meer in deze post.

woensdag 14 april 2010

Kat en iPad

Tja, sorry. Toch nog een keer die iPad... Of is het iCat? :-)


dinsdag 13 april 2010

Boeken op de iPad?

De iPad is volgens sommigen niet de ideale ebookreader. En na een paar dagen spelen ben ik het met ze eens. ‘Traditionele’ ebooks kun je beter lezen op Kindle&co. Met het rustiger beeld op e-inkschermen kom je dichter in de buurt bij het gevoel van een ‘echt’ boek. Is dat wat je zoekt, dan weet je wat je moet kopen.

Maar als we het oude boekenformat van zwarte letters op een wit vel achter ons kunnen laten, dan gaat er met de iPad een hele nieuwe wereld aan mogelijkheden open. En kan het de manier waarop we boeken maken, presenteren en lezen rigoureus veranderen.

Een voorproefje daarvan kwam ik vandaag online tegen. Kijk maar even mee naar Alice on iPad.




Natuurlijk. Niet ieder boek leent zich voor zo’n aanpak. En je wilt ook niet ieder boek op die manier tot je nemen (het zou me gaan duizelen). Maar het laat zien dat Apple met de iPad een nieuw platform heeft gecreeerd waar plek is voor een nieuw soort content.

Zoals bijvoorbeeld voor de belofte van Text 2.0. Met een eyetracker houdt Text 2.0 bij wat je leest en hoe. Effecten kunnen zo precies op tijd worden gepresenteerd. Denk aan de animatie van een plaatje. Maar Text 2.0 kan ook hints geven. Blijft je blik lang op een woord hangen? Dan verschijnt er een hint met een vertaling, synoniem of definitie. Tot je weer verder leest. Weet je even niet meer waar je bent met lezen? Dan verschijnt er vanzelf een pijltje bij het laatst gelezen woord. Ben je een tekst aan het scannen? Dan wordt de irrelevante informatie er voor je uitgehaald. Zo loopt je als een razende door de belangrijkste tekst heen. De iPad zou een ideaal apparaat kunnen zijn/worden voor Text 2.0.



In dit kader ook een aanrader om te lezen is
deze blogpost over Books in the Age of the iPad.
Zo, en nu houdt ik voorlopig even op over die iPad. Kom maar langs als je m zelf even vast wilt houden.

-
Mijn eerste ervaringen met de iPad

maandag 12 april 2010

Eerste ervaringen iPad

Gisteren had ik ‘m dan eindelijk echt in handen. Mijn nagelnieuwe iPad. Want zoals dat gaat in een Apple-happy family: je kunt niet naar de States zonder de nieuwste Mac-hardware in veelvoud mee terug te nemen. Manlief kwam dus met vier exemplaren door de douane. Braaf aangegeven. Heel eenvoudig, dat kost je slechts een dik half uur, heel veel stempeltjes, handgeschreven briefjes en verbaasde ambtenaren die geen idee hadden wat dit nu weer voor apparaat was. En die zich vooral afvroegen waarom deze brave Hollander al dat moois vrijwillig langs hun burelen schoof.

Maar goed. Ik heb ‘m dus. Maciaans mooie doos. Geen stickers of andere zut. Een plaatje van de iPad zelf, twee keer een Apple logo en twee keer de naam iPad. Dat is het. Knap.
Ik ken mensen die na het openen van de doos eerst aan hun iApparaat ruiken. Zo religieus ben ik niet. Uitpakken en aan de slag!

Nieuw was dit keer de concurrentiestrijd met onze 3-jarige dochter. Binnen een kwartier zat ze dik tevreden op de bank spelletjes te spelen. Eigenlijk zou ze een DVD’tje van Muis gaan kijken, maar daar was de interesse wat voor bekoeld. Toen ik mijn iPad zelf even wilde vast houden, zei ze doodleuk ‘ga jij maar Muis kijken, mama’.

Zo briljant makkelijk te bedienen. Nadat ik stevig had onderhandeld met peuter, mocht zij nog twee woordspelletjes doen en dan zou ik weer. Twee woorden verder hoor ik vanaf de bank ‘klaar’. En een halve seconde daarna ‘uit’. Ze had zelf de iPad meteen maar even uit gezet.

En toen ik. Tja. Er is al veel over gezegd en geroepen. Ik ben onder de indruk van de snelheid. Van de grafisch prachtige oplossingen voor veel applicaties. iCal is heerlijk om op deze manier bij je te hebben, op een groter en overzichtelijk scherm dan op je iPhone. Het scherm is prachtig. De ‘vingergevoeligheid’ fenomenaal. Hij is licht genoeg om in iedere tas comfortabel mee te nemen.

Ik zal m vooral gebruiken als tussenvorm tussen MacBook en iPhone. ‘s Avonds op de bank. Of op een schaduwplekje in de tuin. Om kranten te lezen, mail te checken, agenda te plannen. Spelletjes spelen en snel triviale feiten opzoeken. Maar voor mij is ie ook erg geschikt om 1 op 1 met een klant te gebruiken. Dingen te presenteren. Superhandig al je wel eens in een cafe afspreekt met je klant. Ik hoef mijn laptop dan niet meer mee te zeulen en loop daarna lekker lichtgewicht te stad in. Beetje shoppen of zo. Tot de volgende afspraak. In een volgend cafe. iStadsnomaden.

Los van dat al. Het meest onder de indruk ben ik van de gebruiksaanwijzing die ik later op de avond in een mooi wit envelopje aantrof. Nog niet nodig gehad, want alles werkt gewoon. Maar toch nieuwsgierig. Met een grote grijns kijk ik naar het kaartje (formaat ansichtkaart). Erop? Een afbeelding van de iPad met aanduiding van de vier knoppen. En op de achterzijde welgeteld drie aanwijzingen voor het gebruik. Drie. Dat is het. Meer is niet nodig. En Apple weet dat. En dat is echt heel erg knap.

Oh en nog even dit. Nee, er zit geen Flash op. Gelukkig niet. Ik ben het nogal eens met Apple om de druk bij Adobe op te voeren om met een echt goede oplossing te komen voor hun haperende product. Tot die tijd dan maar even geen Flash. HTML5 lost in veel gevallen het gemis op.

Manlief over zijn eerste ervaringen met de iPad.

woensdag 7 april 2010

What the Hashtag?!

Maak slim gebruik van de hashtag in Twitter

Als je net begint met
Twitter moet je waarschijnlijk even wennen aan de taal. Teksten in 140 tekens zorgen voor veel creativiteit en bijzonder efficiente zinnen. En wie praat er tegen wie? En dan nog het gebruik van het apestaartje (@) voor iedere naam. En om het af te toppen de zogenaamde hashtag met een #-symbool voor een woord of reeks woorden.

Na een tijdje meelezen en wat eerste voorzichtige tweets waag je je zelf ook eens aan zo’n #woord. Gewoon voor de lol. En vaak is het effect ook best grappig. Maar om nou te zeggen dat je helemaal door hebt wat je er nu eigenlijk mee kunt. Nou, nee. Zo zag ik gisteren deze: #ikgebruiknualeentijdjedathekjemaarbegrijpeigenlijknognietzogoedwaarom

Ik ben maar eens op onderzoek gegaan. En kwam erachter dat je ook zinvolle dingen met die hashtag kunt doen.

Hashtag, wat is het?
Twitter voorziet zelf niet in makkelijke manieren om tweets te groeperen of extra informatie toe te voegen. De twitter community heeft het daarom zelf opgelost: met hashtags. Een hashtag is vergelijkbaar met andere webtags en helpt om tweets in categorieen onder te brengen. Je maakt een hashtag door het hash-symbool (#) voor een woord (of meerdere woorden) te zetten. Zo dus: #followfriday. Of #hashtag. Of #iPad. Enzovoort. Je kunt het voor ieder woord zetten. En sommige mensen doen dat dan ook, zoals bijvoorbeeld @cattyfox laat zien: #you #can #make #anything #into #a #hashtag.

Leuk en aardig. Maar wat kun je er nou echt mee?
Hashtags zorgen er dus voor dat tweets die over eenzelfde onderwerp gaan bij elkaar worden gebracht. Het maakt het zoeken naar tweets over specifieke onderwerpen een stuk eenvoudiger. Neem als voorbeeld een groep mensen die een workshop bijwonen. Ze twitteren realtime hun aantekeningen en opmerkingen over de inhoud van de workshop. Als ze nou met elkaar afspreken dezelfde hashtag (bijvoorbeeld #wstw2010) te gebruiken, dan kan iedereen (aanwezig of niet) die aantekeningen op 1 plek zien en delen. Slim.

Tijdens natuurrampen of andere noodsituaties kunnen hashtags worden ingezet om alle realtime informatie op 1 plek te vinden. Als marketingtool kunnen hashtags helpen om informatie over je product of dienst te groeperen. Collega’s kunnen elkaar met hashtags voorzien van relevante projectinformatie - ook als ze op andere locaties aan het werk zijn. Tijdens presentaties kun je je publiek vragen om een specifieke hashtag te gebruiken voor hun input of commentaren.
Trend of hypes kun je snel ontdekken via hashtags op
search.twitter.com. Op de homepage staat een lijstje met veel gebruikte hashtags.

Genoeg manieren dus voor zinvolle besteding van die #. Probeer je hashtags kort en specifiek te houden. Maak je ze te algemeen, dan zullen je tweets terecht komen op de stapel waar die tag ook gebruikt wordt.
En als je gaat twitteren over een specifiek onderwerp of een hashtag wilt gaan inzetten: check dan eerst of er als tags voor bestaan. Je kunt er dan voor kiezen om je aan te sluiten bij een bestaande tag. Of juist een andere tag te kiezen.

#enblijfgerustgrappigedingenmetdehashtagdoen.

Meer blogposts over Twitter:
-
Je twittertoon
-
Social Media goed voor je merk - en voor de verkoop!
-
Eens getwitterd blijft getwitterd

woensdag 31 maart 2010

Adwords experiment

Zo nu en dan heb ik voor verschillende sites wat Google advertentiecampagnes lopen met Adwords. Met wisselend succes, maar bij tijd en wijle is het prettig om je bezoekersaantallen even te spekken met wat gekochte zoekresultaten. Uiteraard kom ik ook graag hogerop in de organische resultaten en daarom optimaliseer ik sites met SEO-technieken die er toe doen. Het verdubbelde voor twee van mijn websites de bezoekcijfers.

AdSense van Google had ik alleen nog nooit uitgeprobeerd. Je geeft er adverteerders ruimte mee om op jouw site advertenties te plaatsen. Ik vind het niet echt chic voor de meeste sites die ik beheer. Ze lenen er zich qua onderwerp en inhoud niet zo voor. Maar als je een site hebt over een specifiek onderwerp of product, dan kan het klantvriendelijk zijn om er inhoudelijk gerelateerde advertenties te laten zien. En toen dacht ik opeens aan mijn verwaarloosde hobbykindje: www.macswitch.nl. Het is een site die ik een jaar of 4 geleden heb gemaakt voor MKB-ers die overwegen over te stappen van PC naar Mac. Of al net geswitcht zijn. Een site waar ik al twee jaar geen aandacht meer aan heb besteed. Te druk en zo. Maar die nog steeds rond de 200 bezoekers per dag trekt. Omdat de informatie nog steeds best relevant en overzichtelijk is waarschijnlijk. Want qua SEO heb ik er in het geheel niets aan gedaan. De ideale kandidaat voor een experiment dus.

Een week geleden ben ik begonnen met AdSense advertenties op die site. In 7 dagen heb ik er welgeteld 3 euro mee verdiend. Dat gaat natuurlijk nog nergens over. Ik heb besloten de site een maand aan zijn lot over te laten en te zien hoe veel inkomsten er dan zijn.
Daarna krijgt de site een inhoudelijke facelift: ik ga alle content opfrissen.
En ik ga mijn eigen mix van zoekmachinemarketing er op los laten. Misschien zelfs een beperkte Adwords campagne inzetten. Om te kijken wat er gebeurt met de bezoekcijfers. En met de Adsense inkomsten. Ik houd u allen op de hoogte. En tegen de tijd dat het bordje Gesloten wegens rijkdom op mijn deur gespijkerd kan worden, zal ik dat ook zeker laten weten!

donderdag 25 maart 2010

Je eigen twitter-stem

Steeds meer bedrijven en ondernemers zetten Twitter en andere social media om hun merk te verstevigen of klanten te vinden. Een goed idee, want volgers en fans zijn eerder geneigd om iets van je te kopen.
Maar zorg wel voor een eigen en herkenbare stem als je je op het twitterpad begeeft. Anoniem, corporate gebrabbel werkt niet bij social media. Je eigen stem met een menselijke en persoonlijke toon wel. Tegelijk moet je natuurlijk wel rekening houden met de waarden en het imago van je merk of bedrijf.

Kevin Dugan - director Social media van Empower MediaMarketing - zegt er dit over: “It is critical that brands understand a social voice is different from brand voice. Social voice reinforces the brand voice indirectly. Social voice doesn’t follow communication guidelines or identity standards. That’s because a social voice equates to a person. A brand voice is anonymous while a social voice can be found on Google. They must also have an understanding of the brand and a passion for it.”

Laat dus zien wie je bent en twitter informeel. Alleen dan maak je echt contact met je (potentiële) klanten.

donderdag 18 maart 2010

Concurrentievoordeel met social media

'Social Media gebruikers kopen vaker bij de merken die ze volgen.' Kijk, dat is nog eens leuk nieuws voor marketeers die zich bij groter merken met social media bezig houden. Maar ook kleinere middenstand kan hier zijn voordeel mee doen.
Mensen die je merk of bedrijf volgen op Twitter of Facebook zullen sneller iets bij jou kopen dan bij een concurrent. Althans, dat blijkt uit Amerikaans onderzoek door iModerate.

Het onderzoek is gedaan onder Facebookgebruikers en Twitteraars. Meer dan de helft van de Facebookers en een slordige 67% van de Twittergebruikers zeggen sneller te zullen kopen van merken en bedrijven die ze kennen van deze sociale netwerken.
En - ook mooi meegenomen: 60% van de Facebookfans stelt merken aan te bevelen bij vrienden. Bij Twitter is dat zelfs 80%.

Gelukkig is ook onderzocht waarom mensen fan of volger worden. Voor Facebook zijn het in eerste instantie kortingen. Maar daarna grappig genoeg gewoon het feit dat ze willen laten zien aan vrienden dat ze klant en fan zijn van een leuk merk of leuk bedrijf. Twitteraars laten zich ook graag verleiden door korting, gevolgd door scoops (nieuws als eerste horen) en goede content die ze aan eigen volgers kunnen doorsturen.

Het is Amerikaans onderzoek en in Nederland ligt het vast een tandje anders. Ik schat ook in dat de resultaten wat gunstig gekleurd zijn door het feit dat mensen geneigd zijn om online merken te volgen waar ze toch al iets mee hebben. Maar het laat zeker zien hoe je met fans op social media een behoorlijk steentje kunt bijdragen aan de bruisendheid van je merk. Uit het onderzoek blijkt namelijk ook dat een groot deel van de consumenten van divers pluimage een negatieve perceptie heeft van merken die niet op social media te vinden zijn.

Kortom, bedrijven die Twitter, Facebook en andere netwerken actief benutten hebben steeds meer een concurrentievoordeel ten opzichten van de merken die dat niet doen.
Let wel: maak een goed plan wat je wilt doen met social media. Volgers spammen met kortingen en zogenaamde voordeeltjes zal averechts werken. Zo nu en dan een leuke actie en door de band genomen kwalitatieve content zal mensen wel boeien.

Benieuwd naar het onderzoek?
Je vindt het hier.


Volgers